donderdag 25 oktober 2007

Kijken, maar niets zien












“Kijken, maar niets zien”, kent u die uitdrukking? Ik hoor het Paul Haenen, alias dominee Gremdaat met zijn priemende, half dichtgeknepen oogjes op samenzweerderige toon zó de VPRO-camera toevertrouwen. Deze "kijken, maar niets zien"-gewaarwording overkwam mij vorige woensdag toen ik samen met Bart de voetbalwedstrijd Chili-Peru op groot scherm volgde. Uiteraard was Bart op de hoogte van het feit dat deze wedstrijd op dat moment zou plaatsvinden, maar normaal gezien ben ik niet bepaald makkelijk te overhalen al dat voetbalgedoe te aanschouwen, laat staan er enig enthousiasme voor op te brengen. Die woensdag reed er echter één of ander vehikel door de straten van Andahuaylas voorzien van een man met megafoon. Deze bracht de blijde boodschap dat de wedstrijd live gevolgd kon worden in het centrum Antoon Spinoy. Het moge meteen duidelijk zijn dat de Peruaanse uitspraak “Spinoy” niet geweldig goed overeenkomt met hoe ze dat in Mechelen door de band genomen doen, maar ondertussen weten we maar al te goed dat dit Antoon Spinoycentrum zich in de zeer nabije buurt van de Plaza de Armas bevindt.

Het toeval wil dat we een aantal maanden voor vertrek door een badmintongenoot die er een zeer uitgebreid relatienetwerk op nahoudt op de hoogte gebracht werden van het feit dat Mechelen sinds de jaren zestig een zusterband had met Andahuaylas. “Had”, want ondertussen is de zusterband ingeruild voor deze met het Boliviaanse Sucre. Enfin, voor vertrek hebben we deze hele geschiedenis uitgelegd gekregen van ene Jef Van Dun, medewerker bij de stad Mechelen en wisten we meteen ook dat Mechelen een bioscoop/theaterzaal in Andahuaylas heeft neergepoot die de naam draagt van de voormalige Mechelse burgemeester Antoon Spinoy. Een ander toeval wil dat tijdens de uitleg van meneer Van Dun de naam “Marc W.” valt. Marc W. heeft als coöperant in dienst van de Antoon Spinoy-stichting in Andahuaylas gewerkt en het gekke is dat ik alweer geheel bij toeval zijn naam hoor tijdens de eerste avond aan tafel bij mijn Leuvens gastgezin dat mij 2 weken onderdak verleent tijdens mijn taalcursus Spaans. Om meteen in meer Peruaanse sfeer te komen had mijn “gastheer” (gewoon “ne Gunter” eigenlijk :-) een vriend uitgenodigd die een en ander over Peru kon vertellen wegens frequente bezoeken aan dit land o.a. omdat diens vader nog les had gegeven aan de universiteit in Lima en wiens oom…Marc W. bleek te zijn.
Nog een stapje verder: zelfs Carolina, mijn Peruaanse gastvrouw blijkt “Marco” W. maar al te goed te kennen via de NGO “Proande”, waar ze beiden tezelfdertijd deel van uitmaakten, maar telkens zijn naam valt verschijnt er een afkeurend trekje op het gezicht van vader Leoncio en spreekt hij zeer misprijzend het woord “el cholo!” uit. Aan zijn gelaatsuitdrukking kan ik zonder probleem opmaken dat ik de betekenis van dat woord in de uitgesproken negatieve registers van karakterbeschrijvingen moet gaan zoeken…

Mag ik er nog kort een laatste toeval aan toevoegen voor ik opnieuw in het Antoon Spinoycentrum beland? Slechts enkele dagen voor vertrek krijg ik plots Paul Ghijsels, oud-BRT-journalist en een vriend van mijn ouders, aan de lijn met de vraag waar we nu precies in Peru naartoe gaan. Ondanks mijn geheel naar waarheid uitgesproken antwoord: “Andahuaylas”, krijg ik meteen de repliek “Het is niet waar!” Wat blijkt? Paul Ghijsels heeft in 1969 en in 1970 voor de BRT een documentaire gemaakt over Andahuaylas naar aanleiding van de zusterband met Mechelen. Op de valreep krijgen we dus een exemplaar van deze documentaire in handen om hem hier in Andahuaylas, bijna 40 jaar na datum te tonen. Nog snel een allerlaatste toeval: Olga, de moeder van Carolina is even te zien in de film en beiden blijken ze ook nog enkele andere mensen te herkennen, zoals “daar! Viky!”, wie dat ook moge zijn.
Op deze manier vertrek ik dus met een dubbele missie naar Andahuaylas: betrokkenheid realiseren bij de kleuterkinderen van Kukuli én een 40 jaar oude documentaire van zijn rechtmatige publiek voorzien.

Door deze hele voorgeschiedenis wil ik het Antoon Spinoycentrum toch ook wel een keer aan de binnenkant bekijken en daarom lijkt het me best een goed plan om de voetbalwedstrijd als reden hiervoor te gebruiken. We kopen nog snel een drankje aan zo’n typisch klein straatkraampje (mijn abrikozendrankje lijkt een dikke zoete siroop te zijn, echt zeer doeltreffend om mijn dorst te lessen…) en betalen 2 soles per persoon om binnen te mogen. De bioscoopzaal is groter dan verwacht, maar geeft een gedateerde aanblik. Harde houten bioscoopstoelen en muren die reeds jarenlang in stilte schreeuwen om een likje verf. Het scherm is verbazingwekkend groot, de kwaliteit van het beeld omgekeerd evenredig slecht. De voetbalmannetjes op het scherm zijn bijna even breed als ze groot zijn en door gebrek aan beeldscherpte kan je niet eens een uiterlijk knappe speler van een minder esthetisch bedeelde soortgenoot onderscheiden. Wel kan je zien dat de voetbalmannetjes, zowel de Chileense als de Peruaanse, vaart in hun voetbalspel steken en zodoende lijkt het zelfs of de beelden versneld zijn, maar waarschijnlijk is de tempoweergave nog het enige waar geen kritiek op te geven is. Had ik al vermeld dat het geluid onaangenaam luid stond (waarschijnlijk om de krijsende muren te overstemmen)?

Bij het begin van de rust vonden we dat ons geduld tijdens het bezoek aan het centrum Antoon Spinoy ruimschoots op de proef was gesteld en zakten we af naar de “Garabato” op de Plaza de Armas, een café/bar waar we het weekend voordien voor de eerste keer geweest waren als opwarmer voor het discotheekbezoek aan “de Maxxoh ”. Even heel kort daarover: Carolina, met wie we die vrijdag om 20u30 hadden afgesproken daagde niet op in de “Garabato”, maar we genoten ten volle van 2 Pisco Sour en videoclips op groot scherm (uiteraard niet te vergelijken met dat van het centrum A.S.) uit de jaren ’80 en meer recent van Madonna en Britney Spears. In het café zit je op bankjes die bedekt zijn met dikke, zachte schapenvachten en aan de muren hangen helaas ook allerlei andere dierenvachten. Maar ondanks dat, een heel fijne plaats om te vertoeven. De uitbaters van de “Garabato” zijn de ouders van Pieero, het Spiderman-kleuterkind, dat ik vorige keer nog lekker bekritiseerd heb. Toen we om 22u wilden vertrekken om naar “de Maxxoh ” te gaan, troffen we achter de bar Mari(sol) aan, de moeder van Pieero die ons meteen nog een Pisco Sour en nadien een donker Cusqueña-bier aanbood. We babbelden een hele tijd en toen ze ons nog een derde drankje aanbood was het plots al 23u15, tijd om Carina en Laura en hun respectievelijke vriendjes te gaan opzoeken in “de Maxxoh ”. Drie nummers die ik ken heb ik gehoord: “La isla bonita” van Madonna, “Whenever where ever” van Shakira en “Can’t get you out of my head” van Kylie Minogue, gemixt met “Blue Monday” van New Order. Een magere oogst en dus dans je ook maar op totaal onbekende Latijns-Amerikaanse nummertjes. Veiligheidsmensen lopen er ook voldoende rond en toen een beschonken jongen maar bleef aandringen om met mij te dansen (waarbij hij op een bepaald moment mijn duimring in zijn handen had omdat ik mijn hand uit de zijne had losgemaakt; mijn duimring! Mijn enige sieraad hier in Peru! Mijn “domina”-symbool! Prompt stapte ik op hem af en pakte ik hem terug. Ha nee zeker!) en nadat Laura Bart signalen had gegeven om mij “ter hulp te komen”, duidelijk verbolgen dat hij dat niet spontaan deed (alsof ik niet zelf van mij kon afbijten) werd het mannetje plots zover opgetild dat zijn voeten de grond net niet meer raakten en weggeleid. Carolina heeft het allemaal niet meegemaakt. Hoewel we eigenlijk om haar verjaardag te vieren naar de discotheek gingen hebben we haar de hele avond of nacht niet gezien. Een Peruaanse afspraak heet zoiets.

De lekkere drankjes, het grote tv-scherm met aanvaardbare beeldkwaliteit en de zachte zitbanken lokten ons makkelijk een tweede keer naar de “Garabato”, deze keer om de tweede helft van de voetbalwedstrijd Chili-Peru te volgen. Gekeken heb ik wel, daar ben ik zeker van, mijn blik was ongeveer de hele tijd op het beeldscherm gericht, maar na verloop van tijd besefte ik gaandeweg dat ik dwars door het scherm keek en dat mijn gedachten mij ergens helemaal anders heen hadden gevoerd. Kijken, maar niets zien. Het overkomt iedereen waarschijnlijk wel ten gepaste tijd. Voetbalwedstrijden scoren bij mij zeer hoog op dat vlak. Zo geschiedt het ook deze avond, gezeten op een bankje met schapenvacht in een gezellig hoekje van de “Garabato”, gedempt licht, verrukkelijke Pisco Sour binnen handbereik. Zes andere toeschouwers, 2 verschillende groepjes van 3 mannen, volgen met iets meer aandacht het balspel op het scherm. Ik kan me blijkbaar alleen maar dingen afvragen zoals: die 3 mannen in maatpak, komen die rechtstreeks van hun werk? Wat voor werk zouden ze doen dat ze een maatpak nodig hebben? Houden hun echtgenoten traditiegetrouw hun eten ondertussen warm? Kijk, ze bestellen ieder welgeteld 1 sigaret. Vreemd dat je hier zoveel spullen in “een-voud” kan kopen: medicamenten, theebuiltjes, batterijen… Wat moet ik nog allemaal doen de komende dagen om met het hoekenwerk volgende week(*) van start te gaan? Zal het lukken? We zullen het weekend in ieder geval goed moeten doorwerken om alles klaar te krijgen. Ach ja, straks nog even langs de enige “supermarkt” die Andahuaylas rijk is om cornflakes te kopen. Anders moeten we morgenvroeg weer de pita-achtige broodjes besmeren die we nu eigenlijk toch een beetje beu gegeten zijn. Toch wel fijn, hier zo op café zitten met dat heerlijk drankje. Straks nog een filmpje zien op de laptop? Wat hebben we nog liggen?(**) etc, etc. Laat ik hier wel bij vermelden dat dit mijn uitgesproken banale gedachten zijn die zich tijdens zo’n voetbalspeelhelft ontplooien. Uiteraard zijn er ook nog gedachten van een andere categorie.
De Chileense ploeg won met 2-0 de wedstrijd van Peru. Wakker zal ik er niet van liggen, integendeel, ik slaap hier ontzettend goed. De Zolpidem-slaappilletjes blijven onaangeroerd ergens in een toiletzakje zitten. Ongeveer gelijktijdig met het beëindigende fluitsignaal van de scheidsrechter staan de 2 groepjes van 3 mannen nagenoeg synchroon recht en verlaten eensklaps de “Garabato”. “Blijf niet hangen, recht naar huis toe” zong Doe Maar in de jaren ’80 en deze Peruaanse mannen lijken hier netjes gevolg aan te geven. Enkele minuten later stappen ook wij het café uit, bekijken nog even de Plaza de Armas bij avondlicht en vervolgen onze weg naar de “supermarkt” waar de kleine rode pakjes surrogaat cornflakes geduldig liggen te wachten om door ons gekocht te worden.


(*) de introductie van het hoekenwerk in de kleuterschool op 22 oktober is ervoor verantwoordelijk dat de weblog enigszins aan zijn lot werd overgelaten. De chaos van de overschakeling lijkt mij ook een stuk op de weblog waard. Dus als ik de tijd vind…

(**) sinds ergens halfweg september zagen we plots de mogelijkheid om op een aangename manier onze kennis van de Spaanse taal lichtelijk bij te schaven: films op Dvd, Engels gesproken met Spaanstalige ondertitels! De door Bart gemaakte bedtafel, de laptop en een Dvd-kopie zijn de noodzakelijke ingrediënten om zo’n taalles op poten te zetten. Chips en cola zijn een surplus. We begonnen met een paar Dvd’s van Isabela en Alejandro: “Era de hielo” (Ice age), “Monster House”, “Shrek”. Nadien wilden we ook wel eens échte films zien en gingen op zoek in van de vele kopie-Dvd-zaken. Helaas kwamen we al snel tot de bevinding dat actiefilms, horror en “onze” Jean-Claude Van Damme in grote getale te verkrijgen zijn. Het serieuze werk komt net iets minder aan bod. En geef toe, zo’n actiefilm is nu niet meteen de meest uitgelezen kans om je conversatieniveau met je Spaanssprekende omgeving op te krikken. Maar goed, het ontspanningselement speelt natuurlijk ook een rol. En zo kochten we voor gemiddeld 3 soles (ongeveer 30 Bfr) kopieën als: “Apocalyto”, “El número 23” (The number 23), “Masacre en Texas” (The texas chainsaw masacre) (maar de beeldkwaliteit van deze film was zo slecht –wegens 5 films op 1 Dvd-schijf- dat we hem niet eens konden zien zonder onze ogen weer een beetje meer naar de vaantjes te helpen en dus hielden we het na een minuut of 5 voor bekeken), “Apocalypto 2” (Rapa Nui), “Conquistadores” (Pathfinder) en “Virus”, een echt belabberde JCVD-film. Maar onder het mom “het is om Spaans te leren”- zelfs al is het actiefilm-Spaans - kan er natuurlijk veel. “Perfume” scoort qua filmniveau net iets hoger, hoewel hier dubbel geldt “het boek is beter dan de film”. “Una mente brillante” (A beautiful mind) is dan weer wat je noemt “een serieuze film” en om de Spaanstalige ondertitels binnen de benepen tijdslimiet te kunnen lezen moet je echt wel moeite doen, maar Russell Crowe had naar mijn mening geweldig te lijden onder een niet eens zo lichte vorm van overacting. Gisteren dan eindelijk toch een ontzettend mooie film gezien, één die ik al een hele tijd wilde zien: “El Gran Pez” (Big Fish) van Tim Burton. Zo zie je maar dat de “betere” kopie-Dvd-zaak ergens onderaan een stapeltje “flutfilms” voor een luttele 5 soles evenwel gedegen filmplezier kan aanbieden. De komende avonden beloven helaas niet veel goeds op filmvlak, dus als u zich wil overgeven aan een goede daad geef ik u volgende mogelijkheid: stuur die film op Dvd die over Spaanstalige ondertitels beschikt (wij zijn al lang niet meer vies van kopieën, sorry “Stoffie”) en waarvan u denkt dat ik en/of Bart hem goed zullen vinden op naar volgend adres: Asella en Bart, CID Kukulinay, Avenida Lázaro Carrillo 113, Andahuaylas (Apurimac), Peru, Tel: 083 42 16 99. Wacht vooral niet te lang, doe het nu! Uw pakje heeft immers ongeveer 2 weken nodig om hier te geraken, maar het loont zeker nog de moeite aangezien we tot begin januari onze avonden op deze manier kunnen opwaarderen. Dank bij voorbaat.

dinsdag 9 oktober 2007

Misschien een woordje over de stage...?

Door de berichtgevingen over uitstapjes en de weersgesteldheid ter plaatse (die temperatuurgewijs de laatste dagen opmerkelijk verbeterd is; twee topjes hebben zelfs al het Peruaanse daglicht en de onmiskenbaar schaamteloze blik van grootvader Leoncio gezien) zou een aandachtige lezer terecht kunnen opmerken dat de titel van de weblog “Stage in Andahuaylas, Peru” mogelijk enigszins naast de kwestie is. Om aan deze commentaar tegemoet te komen, kan ik niet anders dan een woordje uitleg te geven bij mijn stageactiviteiten hier. Mocht het een beetje vervelen, sla dan gerust dit stukje over. Daar gaan we.

Kukuli is een kleuterschooltje voor de meer begoede – in enkele gevallen materieel verwende – Peruaanse kleuterkinderen. Er zijn er zo ongeveer 35. Sommigen van hen verdenk ik ervan over een garderobe te beschikken die de mijne ruimschoots overtreft. En dan heb ik het wel degelijk over alle kledingstukken die ik in de bescheiden kastruimte in de Grote Heide nummer 5 in Leest – ik wou bijna zeggen “netjes”, maar dat is niet geheel naar waarheid – bewaar. De keuze hier, in de Avenida Lázaro Carrillo 113 in Andahuaylas, is uiteraard tot een minimum beperkt door het feit dat andere en meer belangrijke bagagestukken hun deel van de beperkte pakruimte opeisten en elke modebewuste man of vrouw zou er waarschijnlijk de muren van oplopen iedere morgen uit dat miserabel hoopje kleren een smaakvolle keuze te moeten maken. Maar goed, mijn bescheiden modebewustzijn heb ik voor het grootste deel 5 maanden veilig opgeborgen en zolang mijn kleren niet hopeloos vuil en stinkend zijn kan ik daar zelfs goed mee leven. De kleuterkinderen hier daarentegen worden dagelijks in een ander tenue’tje gestoken, het ene al met een hoger Madonna-van-de-jaren-tachtig-gehalte dan de andere (verdorie, Alejandro begint hier weer uit volle borst “Alle kleuren van de regenboog” te zingen. Waar zijn we toch mee begonnen???). Toegeven, zo’n kleuterkind morst en kwijlt nog dat het een aard heeft en bevuilt daarmee zijn kinderlijk deux-pieceke meer dan vader- of moeder lief is, maar de verschillende nieuwe outfits die ik hier al gezien heb…

Maar goed, ik dwaal een beetje af. Het ging over mijn stage.
Het kleuterschooltje heeft 3 kleine klasjes (dat “kleine” slaat zowel op het aantal kleuterkinderen per klas als op de afmetingen van de lokaaltjes die niet groter meten dan 4,4 op 4 meter): de drie-vier- en vijfjarigen. Er is ook nog de “cuna”, de kinderopvang van de allerkleinsten, maar daar hou ik me niet echt mee bezig. We hebben Carolina, mijn stagebegeleidster trouwens kunnen overtuigen om daar volgend jaar een punt achter te zetten. De 3 klasjes hebben elk hun eigen kleuteronderwijzeres: Laura geeft les aan de vijfjarigen. Ze is 23 jaar en is uitermate verknocht aan haar kleine, uitklapbare gsm, die zelfs tijdens de lesuren niet van haar zijde wijkt. Zo kan het gebeuren dat ze haar uitleg over het verkeerslicht prompt staakt om de oproep op het kleinood te beantwoorden. Sinds kort is er een vriendje ten tonele verschenen, Rupner, maar of de relatie een lang leven beschoren is zal de tijd moeten uitwijzen. Ze is ook uitermate gelovig en ik heb haar al aan de computer met Alejandro (het negenjarige zoontje des huize) ‘betrapt’ terwijl ze hem al dan niet illegaal gedownloade “musica christiana” de oortjes in pompte. “En muziek van K3, is dat dan beter?”, hoor ik u al vragen. Dat staat open voor discussie, maar ik vrees dat K3 een lichte voorsprong heeft. Laura is in ieder geval zeer gedreven in wat ze doet en van de 3 leerkrachten neemt zij meestal het voortouw als het op het leiden van gezamenlijke kleuteractiviteiten aankomt.
Carina, een vierentwintigjarige, staat voor de klas van de vierjarigen. Ze kan redelijk flauw en zeurderig praten, maar in de klas heeft haar stem gelukkig toch net dat volume om over de roepstemmetjes van de kleuterkinderen heen te geraken. Op de avond van het feest van de tweede verjaardag van Kukuli werd me al snel duidelijk uit hun blikken dat de vader van Dorian, een kleuterkind uit haar klas, een iets ruimere functie vervulde dan louter “vader van een kleuterkind uit haar klas”. Het weze haar gegund, daar niet van.
Jenny, een zesentwintigjarige, samenwonend en moeder van een meisje van zes, geeft les aan de driejarige snotters (dat laatste mag redelijk letterlijk opgevat worden). Haar Spaans begrijp ik het minst van alle drie. Qua karakterbeschrijving kan zoiets tellen, niet?

Ik ben mijn stage begonnen met het observeren van de 3 klasjes. Ik had gehoopt dit in 3 weken te klaren: 3 klasjes, 3 weken, klinkt vrij logisch, nee? Ware het niet dat er allerlei schooldagen eensklaps wegvallen. Zelf krijg je dat uiteraard op Peruaanse wijze pas de dag voordien meegedeeld zodat een planning maken hier nog moeilijker wordt dan dat dit anders (zeker voor mij met mijn gebrek aan planningvaardigheden) al het geval is. Een autorally die door Andahuaylas passeert of de dag van “Señor de Huanca” zijn redenen genoeg om een schooldagje te schorsen. Bovendien nam Carolina mij ook nog een keer mee op schoolinspectie in Huancaray of werd ik verondersteld een uiteenzetting te geven over het kleuteronderwijs in Vlaanderen tijdens een “taller” (workshop) voor leerkrachten in Kishuara. Aan dat betoog werkte ik ettelijke uren: een volledige ter zake doende samenvatting en toepassing van een cursus van ene prof Laevers, die met zijn theorie van het ervaringsgericht onderwijs de termen “welbevinden” en “betrokkenheid” een geheel eigen leven liet gaan leiden en die voor mij hier ook de leidraad van mijn stageactiviteiten vormt. Goed, een gerichte samenvatting is één zaak, de vertaling naar het Spaans een andere. Drie problemen steken daarbij de kop op: het eerste en meest bepalende, mijn kennis van de Spaanse taal is – laat ons eerlijk wezen – redelijk beperkt. Het tweede probleem: zo’n cursus bevat heel wat specifieke termen die in een huis-tuin-en keukenwoordenboek niet zo maar zijn terug te vinden. Drie: vertalen is een vak apart (nietwaar Eva?). Het moge al snel duidelijk worden dat er behoorlijk wat zwoegwerk aan te pas kwam om een niet eens geweldig vlotte tekst op papier te zetten. Maar goed, ik had de dingen voor mezelf wat op een rijtje en was klaar om het beste van mezelf te geven.

Toen was er de twee uur durende enkele rit met de 4x4 naar Kishuara. Door de mist zag je soms geen hand voor ogen en Carolina maande de chauffeur (die zich overigens zeer bekwaam van het stuur bediende) meermaals aan niet zo dicht bij de afgrond te rijden (wat hij in onze ogen – die natuurlijk een beetje misleid waren door de mist - ook niet deed). Om een lang verhaal kort te maken, de taller ging uiteindelijk louter en alleen over het demonstreren van educatieve materialen, het ijverig kalkeren van kindertekeningen door de aanwezige leerkrachten incluis. Door een vermeende verslechtering van de weersomstandigheden zouden we iets vroeger, om 16u30 weer richting Andahuaylas vertrekken en dus was de tijd eerder beperkt. En ook Carolina, die mij eerst zeer enthousiast tot de spreekbeurt had aangemaand, had de dag voor het bezoek aan Kishuara al aangegeven “Ach, het hoeft ook niet echt, hoor.” Ja, afspraken worden hier met een hele klodder zout genomen (ook hun eten is ervan doordrongen, maar dat is alweer een ander verhaal).

Enfin, het mag dus duidelijk zijn dat de observatieactiviteiten uiteindelijk bijna 4 weken geduurd hebben en dat ik tijdens die 4 weken telkens hetzelfde klaspatroon zag terugkeren: onderwijs aan kleuterkinderen dat veel te verbaal gericht is, dat veel te weinig exploratiemogelijkheden biedt, dat kinderen van vijf jaar schrijfoefeningen geeft waar ze op dat moment allesbehalve aan toe zijn. Gedragsregels die niet worden toegepast, discipline (voor zover je daar bij kleuterkinderen van kan spreken) die mijlen ver te zoeken is. En wat krijg je dan? Kleuters die zich vervelen in de klas of die storend gedrag vertonen (roepen, plagen, uit de klas lopen,…). Horendol werd ik er soms van: een kleuteronderwijzeres die een volledige uitleg staat te geven over het ontkiemen van een zaadje en daarbij ook aantekeningen maakt op het schoolbord (ja, hoor, in de kleuterklassen hier hangt er gewoon al een schoolbord tegen de muur!) en kleuterkinderen die terwijl zitten te roepen, rond te lopen of met een infrarood-lichtje in de ogen van de medekleutertjes zitten te schijnen. Ook het dagelijkse werkblaadje maakt deel uit van de klaspraktijk: steeds hetzelfde, kleuren, knippen of plakken. Veel meer komt er niet aan bod. In vele gevallen begrijpen de kleuterkinderen ook niet wat er van hen verwacht wordt, zodat ik menigmaal de leerkracht het werkblaadje van kleuterlief zelf heb zien afmaken, zodat de schijn voor de ouders hoog wordt gehouden.

Over schijn gesproken. Op zaterdag 22 september waren we getuige van een hoogstandje schijn. De tweede verjaardag van Kukuli zou niet zonder uiterlijk vertoon voorbijgaan. Uiteraard waren we weer niet geweldig goed op de hoogte van wat er te gebeuren stond, maar toen we die vrijdagavond de activiteiten van de ouders gadesloegen hadden we al snel door welk een groots schouwspel zich voor onze ogen zou afspelen. Elke klas, tot de cuna toe, had een eigen paradewagen die – het mag gezegd – prachtig uitgedost was. Er was het thema van de boerderijdieren, de dieren van de selva, de Peter Pan en elfjes en de Incawagen. Qua creativiteit zijn ze alvast geslaagd met onderscheiding! Elk kleuterkind werd in de gepaste tenue gestoken en op de wagen eigen aan het thema geploft. Inbreng hadden de kleuterkinderen niet. Lachen en mooi zijn, dat was hun voornaamste en enige taak. De 4 wagens werden ook nog eens voorafgegaan door een alweer fantastisch uitgewerkte “gusano”, een glimworm die uit ongeveer 18 meter verschillend gekleurde stof bestond, die door evenveel ouders (en Bart, het hoofd) door middel van hoepels werd voortbewogen en waarvan het hoofd de nacht voordien nog snel maar zeer kundig door Carolina en Laura in mekaar geknutseld werd. Dat was het geheel. Maar niet volledig. Pieero, een vijfjarig kleuterkind wou samen met zijn ouders het geheel lichtelijk doorbreken door een eigen wagen te hebben. En wat voor één. De Volkswagen kever van ma of pa was helemaal in het zwart, met zilveren lijnen die het spinnenweb moesten voorstellen, ingepakt. Alleen een piepklein reepje in de voorruit was uitgespaard om pa enig zicht te bieden tijdens het rijden. Op de auto stond dan een troonstoeltje waar Pieero, akelig zwart ingepakt, samen met het huishoudhulpje, gestalte gaf aan de figuur van Spiderman. Zwaar erover, om het zo maar eens te stellen. Ik zou zeggen, bekijk de foto’s en oordeel zelf. De hele parade, vergezeld van een live-bandje, maakte vervolgens haar intrede in het centrum van Andahuaylas. Een heel parcours werd afgelegd. En waarom? Gewoon om te tonen hoe geweldig hun kleuterschool wel niet is? Ik kan u verzekeren, dat is ze dus niet. Maar de verpakking, het uiterlijk vertoon haalt het ruimschoots op de inhoud, zoveel is zeker. Ook Carolina zegt steeds dat ze niet akkoord gaat met deze charades, maar alleen zij, als directrice van Kukuli kan hier een einde aan maken natuurlijk.

Weer naar de stage. Na mijn observatieactiviteiten heb ik alles in een mooi Powerpoint-kleedje gestoken. De nieuwe versie van Windows Vista is werkelijk ongelooflijk gebruiksvriendelijk zodat een leek als ik zelfs een presentatie met ingebouwde foto’s en filmpjes kan opmaken en vertonen. Had ik trouwens al eens vermeld hoe buitengewoon blij ik ben met de laptop die kort voor vertrek is aangekocht? Tegen Bart zeg ik dat te pas en te onpas “Had ik al gezegd hoe blij ik ben met de laptop?” Tijd dus om deze appreciatie eens aan een iets groter publiek bekend te maken. De Powerpoint-presentatie was bedoeld om mijn observatiebevindingen aan de 3 leerkrachten mee te delen. Ze was ook een mooie compensatie voor mijn belabberde Spaans. De vergadering zou plaatshebben op het kantoor van Carolina, dinsdag 2 oktober om 15u. Maar het zou natuurlijk te mooi zijn om zoiets meteen van de eerste keer goed te hebben. De vergadering werd met een dag uitgesteld. Valt nog mee. Afgezien van de 3 leerkrachten was er ook een “especialista” van het kleuteronderwijs aanwezig die bij UGEL werkt (waar ook Carolina werkt). UGEL staat voor Unidad de Gestiόn Educativo Local en is afhankelijk is van het Ministerio de Educaciόn. Veel meer uitleg moet je me daar niet bij vragen. Ook ik neem zoiets gewoon aan.

Goed, om deze verdere uiteenzetting niet al te veel op mijn stageverslagen te laten lijken, zal ik gewoon zeggen dat mijn boodschap in theorie goed is aangekomen. Het feit dat ik eigengemaakte filmpjes had over het verveelde en ongeïnteresseerde gedrag van de kleuterkindjes tijdens de les was misschien nogal confronterend, maar het maakte alles zo heerlijk aanschouwelijk. Vooral de “especialista” was zeer enthousiast over mijn betoog. En ook Laevers zou, denk ik, tevreden zijn met mijn pleidooi voor de actieve school: “Por eso quiero hablar en favor de una escuela activa, donde los niños pueden aprender descubriendo, donde el juego espontáneo es el punto de partida para la educación!” Schoon, nietwaar? Een eigengemaakt filmpje van een spelactiviteit in de zandbak van de vierjarige kleuterkinderen moest mijn uiteenzetting kracht bijzetten. De leerkrachten hebben we al gehad, nu de ouders nog en dat zal een iets hardere noot zijn om te kraken. Hun veeleisendheid en andere kijk op wat goed kleuteronderwijs moet inhouden zal niet makkelijk te counteren zijn, maar het is een opdracht die deel uitmaakt van “mijn takenpakket” hier. Wanneer die vergadering gepland wordt…? Ik hoop dat ik het zelf tijdig te horen krijg.

Dat was de theorie, waar je, als je naar Leuven gaat goed in behoort te zijn. Maar dan is er de praktijk. Samen met de 3 leerkrachten komt het er nu op aan lesactiviteiten te plannen die veel meer aansluiten bij het ontwikkelingsniveau van de kleuterkinderen en die veel meer gevarieerd in opzet zijn. Eén probleempje: ik ben geen kleuteronderwijzeres en de praktijk moet je in Leuven zelf maar zien te achterhalen (ok, daar is een stage natuurlijk ook voor bedoeld in de eerste plaats). Dus ben ik nu de leerplannen van het kleuteronderwijs in Vlaanderen grondig aan het bestuderen, zoek ik allerlei gepaste activiteiten op via internet en vraag ik de 1 of andere docent al eens om hulp. Ik heb het thema “water” aan de leerkrachten voorgesteld om als project uit te werken, omdat dat toch wat actiemogelijkheden geeft.

”En wat doet Bart nu eigenlijk?” is ook een veelgestelde vraag. Wel, Bart helpt bij de praktische uitwerking van allerlei educatief materiaal. Zo moet er nu een waterbak gemaakt worden en moeten er kapstokjes aan de buitenkant van de klassen bevestigd worden omdat dit heel wat rust in de klassen zal brengen. Zoals het nu is lopen de kleuterkindertjes te pas en vooral te onpas naar hun rugzakjes die op een hoop op een tafeltje gestapeld liggen om er een speelgoedje of iets om te eten uit te halen en dat stoort enorm. Door een eenvoudige ingreep zal dat euvel al verholpen worden. Een mens moet blij zijn met de kleine “overwinningen” die hier behaald kunnen worden.

Veel andere overwinningen zitten er op dit eigenste moment niet meteen in, aangezien een parasiet met de welluidende naam Giardia Lamblia, die ik met de nodige medicatie dacht onder controle te hebben, mij weer stevig in zijn ban heeft. Maar ook dat is alweer een heel ander (onsmakelijk) verhaal dat hopelijk geen al te uitgebreide plot kent…