zondag 23 september 2007

Zweinstein en ware muziekhits


Op een vrijdagavond vergezellen Bart en ik Isabela naar de kerk op de Plaza de Armas omdat ze met enkele klassen van haar “colégio” de misdienst moet “opluisteren”, zoals dat dan heet. Zoals gewoonlijk duurt het weer een eeuwigheid voor het bijna elfjarige meisje haar gepaste tenue aangetrokken heeft. Dit keer draagt ze haar doordeweekse schooluniform, dat uit een geruite plissé rok, een rode trui met v-kraag, donkerblauwe sokken, zwarte laqué schoenen en een rood lint in het haar bestaat. Grootmoeder Olga maant telkens weer tot haast aan “Apurate!”. Het lieve oude omaatje kan meer dan eens vinnig uit de hoek komen wanneer Alejandro en Isabela niet doen wat van hen verwacht wordt. De parkieten eten geven, tijdig uit bed komen, hun bordje leegeten, huiswerk maken, … het zijn allemaal activiteiten die de twee kinderen niet zo best of alleszins met héél veel moeite uitvoeren en dus heeft Olga het tot een van haar voornaamste doelen gesteld zoveel als mogelijk haar kleinkinderen tot ijver en spoed aan te manen. Helaas halen alle korte, maar krachtige bevelen niet echt veel uit en dus moeten de parkieten enkele keren per week geduldig wachten op hun zaadjes, staan de kinderen meer wel dan niet veel te laat op, worden de half leeggegeten bordjes ten langen leste door oma zelf naar de keuken gedragen en blijft het huiswerk tot het laatste moment in de rugzakken zitten om uiteindelijk met zeer veel tegensputteren en overdreven veel gelummel gemaakt te worden.

Ook deze vrijdag is het weer zover. Het is 16u30 en volgens Olga begint de misdienst om 17u. Het duurt en het duurt voordat Isabela netjes gewassen haar schooloutfit heeft aangetrokken en eindelijk van plan lijkt de deur uit te stappen. We verzekeren oma Olga dat we samen met Isabela naar de kerk zullen gaan en haar nadien samen met haar broer weer thuis zullen brengen. Om ongeveer kwart voor vijf komen we aan op de Plaza de Armas, maar er zijn in de verste verte geen klasgenootjes van Isabela te bespeuren. “Weet je zeker dat het vandaag is dat je in de kerk moet zingen?”, vragen we vertwijfeld, want qua afspraken en uren moet je in Peru steeds op je hoede zijn. Ook Isabela lijkt niet helemaal zeker van haar stuk te zijn en dus gaan we kijken of we geen aanwijzingen in de kerk kunnen vinden. En ja hoor, daar hangt een A4’tje tegen de muur waarop alle kerkdiensten netjes genoteerd staan. Om 18u30 is de vrijdagavonddienst. Nice! Nog slechts anderhalf uur wachten. Op zo’n moment vraag je je dan af waarom oma Olga net niet iets duidelijker had kunnen zijn over het aanvangsuur van de misdienst. Of waarom Isabela zelf niet beter op de hoogte is van haar schoolse activiteiten. Hoewel je na verloop van tijd ophoudt jezelf zulke vragen te stellen. Veel zin heeft zoiets toch niet.

En dus gaan we met Isabela naar het “colégio” Santa Rosa, een privéschool die op een tien minuutjes stappen van de Plaza de Armas verwijderd is. We gaan samen de ingangsdeur binnen en Bart en ik blijven vooraan wachten terwijl Isabela haar klasgenootjes gaat opzoeken. We staan wat rond te kijken, we kijken een verlaten klaslokaal en het bureau van de directeur binnen tot er plots 2 meisjes eveneens aan de ingang verschijnen. Meteen worden we bestookt met allerlei vragen. Aanvankelijk een beetje aarzelend, maar eens het ijs gebroken is, volgt de ene vraag de andere op. Of wij de Belgen zijn die bij Alejandro en Isabela logeren, welke taal we spreken, of we beste vrienden dan wel broer en zus zijn, wat we van Andahuaylas vinden. Terwijl we daar met de twee meisjes staan te praten zien we opeens een aantal kinderen in donkere, fladderende capes lachend de trappen op- en aflopen. Ik waan mij meteen op Zweinstein, de tovenaarsschool uit de overdreven populaire jeugdboekenreeks Harry Potter. Even later worden we door de zwarte zwerm van leerlingen omringd en voelen we ons een beetje een rariteit door de aanklampende aandacht die ons te beurt valt. Een meisje pakt gedecideerd mijn hand vast en de rest gaat door met vragen te stellen. Om dit patroon enigszins te doorbreken en omdat ze over een uurtje een heus koor moeten vormen vraag ik hen een liedje te zingen. Ze overleggen kort en beginnen zeer simultaan een religieus lied te zingen. “Halleluja amen!”, zo gaat het refrein en tot op dit eigenste moment kan ik het zelf meteen beginnen zingen mocht iemand het idee opvatten mij dit te vragen. Daar staan we dan, omringd door een stuk of dertig kinderen tussen 7 en 11 jaar. Nadat hun lied beëindigd is en we hen met een bescheiden applaus (we zijn tenslotte maar met twee) bedanken, vraagt één van hen om een liedje in het Nederlands te zingen. Nu zijn er zoveel Nederlandstalige nummers, zowel armoedig slecht als buitengewoon mooi, maar op dat moment schiet mij niet meteen iets te binnen. Bart heeft iets meer inspiratie en komt met “Alle kleuren van de regenboog” van K3 als voorstel aanzetten. Vanuit het idee “Ach, niemand behalve deze kinderen die geen woord Nederlands spreken en die bij het horen van dit nummer toch niet herinnerd worden aan de hele zwik rond K3 zullen ons bezig horen en zien” ga ik akkoord. Uiteraard kennen we alleen het refrein, maar we brengen het vol overgave! Daar staan we dan, omsingeld door een groep “tovenaarsleerlingen”, in een school in Andahuaylas het beste van onszelf te geven op de klanken van K3. Na de laatste noot krijgen we een enthousiast applaus, wordt er uitgelaten gelachen en wordt ons meteen om een bisnummer gevraagd. Opnieuw het geheugen afspeuren op zoek naar een Nederlandstalig nummer. De kinderen dringen aan. We denken en denken. Waarom schiet mij de naam Guido Belcanto niet te binnen? Als echte fans kennen we zowat al zijn nummers uit het hoofd. Maar nee. Het gaat een hele andere richting uit. Ik heb er één! Nogmaals, niemand kent ons, niemand verstaat ons, wat hebben we te verliezen? Zowat elk koppel heeft een eigen nummer, toch? Een nummer dat in de periode van hevige verliefdheid deel gaan uitmaken is van je prille bestaan als stel. Door een zeer ongelukkig toeval, echt een zéér ongelukkig toeval is dat “Het is een nacht” van Guus Meeuwis en Vagant geworden. Bedroevend eigenlijk, te weten dat er 1001 nummers bestaan die allesbehalve klef of commercieel hoeven te zijn. Maar ja, het lot heeft zo beslist en dus wordt elk jaar op 1 november de Cd-single in de cd-speler gestopt en gedenken we al dansend de beginperiode van onze relatie. Geen wonder dus dat we de tekst van dit nummer, ondersteund door passende, doorleefde gebaren voor dit selecte publiek ten gehore kunnen geven. De Peruaanse Harry Potter kinderen zijn opnieuw laaiend enthousiast en waarschijnlijk zouden we tot op heden nog tot allerlei bisnummers gedwongen zijn, ware het niet dat het uur van vertrek naar de kerk aanbrak en we, letterlijk aangeklampt door de kinderen – Isabela en Alejandro voorop, ze willen ons blijkbaar niet “delen” – in een heuse stoet naar de kerk marcheerden.

Ik moet zeggen dat hun “optreden” in de kerk onder gitaarbegeleiding van de zeer sympathiek ogende muziekleraar zeker ook mijn goedkeuring kon wegdragen en dus heb ik haast overdreven enthousiast geapplaudisseerd aan het einde van de misdienst (voor de kindertjes welteverstaan, niet voor pater pastoor uiteraard).

In “Liedjes in het Nederlands, The Sequel” brengt Guus Meeuwis het er bedroevend slecht vanaf in vergelijking met K3. Alejandro en Isabela zingen af en toe nog het deuntje van “Alle kleuren van de regenboog” en Carolina, mijn stagebegeleidster heeft de Nederlandstalige tekst zelfs fonetisch opgeschreven om hem zelf te kunnen zingen. Zelf blijf ik met de kerkhit “La madre de Jésus es Maria. Quién!?” in het hoofd zitten. Qua intercultureel uitwisselen van locale hits kan dit tellen. “Where will it all end?”, zou Henry Livingstone uit “You Rang M’Lord” zich alweer terecht afvragen…

3 opmerkingen:

Kalamity K zei

Akelige dingen die ik hier verneem: Guus Meeuwis? K3? Zal ik je Kapitein Winokio 1,2&3 opsturen? En wat partituren van Magnus en dEUS? Want welk een akelig beeld verspreid je daar van de Vlaamsche muziekscene!?!

bedankt voor de 'jaardagskaart! Ruim op tijd aangekomen!
zoen,
Kiki en co

Gino zei

Hallo,

Ik lees met veel plezier jullie avonturen in Peru. Wees gelukkig want hier is toch niet veel te beleven. Moesten jullie nog iets nodig hebben of ik kan je ergens mee van dienst zijn, feel free to mail. En Bart denk eraan als je goede sjotters ziet hun naam en adres meebrengen,

Groetjes

Gino

Asella zei

Ha, Gino, dat is altijd handig om weten, natuurlijk! We kunnen hier nog hopen materiaal gebruiken! :-)

En, neen, nog geen enkele kleuter gezien met het nodige voetbaltalent...

Groetjes ook aan Elke,
Asella x