vrijdag 14 december 2007

Opmerkelijk

We wonen nu drie en een halve maand in Andahuaylas, meer bepaald bij het gezin Samanez en dus wordt het hoogtijd om eens een kleine opsomming te geven van die dingen in het dagelijks leven die mij op een of ander moment tot overpeinzing hebben gestemd.

Eten en drinken
Brood zoals wij dat kennen is onvindbaar. Een zevengranenbrood, een volkorenbrood, een grof wit, een haverzemelen,… daar kan je alleen maar van dromen. Kleine, platte, ronde broodjes zijn het meest populair ten huize Samanez. Ze gelijken op pitabroodjes, maar hun smaak is toch anders en begint na een tijd danig te vervelen. Als we de kans krijgen kopen we zelf wel eens een keer ciabatta-achtige, sandwich-achtige of pistolet-achtige broodjes, maar nooit is het “the real stuff” en al helemaal nooit is het een echte lekkere bruine boterham.

Bij de warme maaltijd, het “almuerzo”, wens je je tafelgenoten smakelijk eten zoals het hoort. Ik heb altijd geleerd dat je dit in het Spaans doet door vóór de maaltijd “buen provecho” te zeggen. In ons gastgezin zeg je echter “provecho” ná het eten om mekaar een goede spijsvertering toe te wensen (!) en zeg je vóór de maaltijd “servido”. Tja, een goede spijsvertering is misschien toch net iets belangrijker dan dat je eten je smaakt. Ik mag er immers niet aan denken, de keren dat ik hier de eerste maand de binnenkant van de wc gezien heb…

De suikerpot neemt een centrale plaats in op de eettafel. Iedereen in het gezin is uitermate kwistig met de inhoud ervan, maar grootvader Leoncio spant de kroon en elke keer kijk je haast met open mond toe wanneer een vierde, een vijfde, een zesde schepje in zijn tas thee of limonade verdwijnt. Hoewel van verdwijnen niet eens altijd sprake is, de hoeveelheid suiker is van die mate dat ze soms niet eens opgelost lijkt te geraken in zijn vloeistof. Zoals wij een pak suiker van een kilo kopen, slaan ze dat hier per 50 kilo in en geloof me, het peil ervan zakt zienderogen…
Een ander opmerkelijk iets is dat een suikerpot in Andahuaylas nooit of te nimmer over een lepeltje beschikt. Je moet elke keer met je eigen theelepeltje de suikerkorreltjes induiken. Dat theelepeltje is uiteraard al helmaal nat omdat je het theezakje vakkundig rond het lepeltje hebt uitgewrongen teneinde het te verwijderen. Als je dan nadien met datzelfde lepeltje een schepje suiker neemt blijven er gegarandeerd enkele vochtige klontertjes achter in het suikerpotje.

Verse melk, dat wil zeggen de UHT-melkkartons die ongetwijfeld iedere Belgische ijskast bevolken, vinden ze hier buitengewoon vies. Nee, zo van die dikke gecondenseerde melk in conservenblikken, dat is toch gewoonweg veel beter! Die grote geut gecondenseerde melk (meer dan een half blik behoort zowat dagelijks tot de mogelijkheden) lengen ze dan aan met heet water uit de blauwe thermosfles, 3 scheppen suiker en klaar is de kop warme melk of chocomelk. Slechts 2 winkels (met wat goede wil zou je ze kleine supermarkten kunnen noemen) verkopen de door ons gegeerde UHT-melkkartons en als ze beschikbaar zijn kopen we er meteen een stuk of 5. Helaas gebeurt het meer dan eens dat de plaats waar de tetrabrikken staan ontgoochelend leeg is. Vandaar ons hamstergedrag.

Drink je samen met een paar mensen bier op een feestje, in een café of dancing krijg je een literfles met welgeteld 1 glas. Het is de bedoeling dat je dat glas gezellig gaat delen. Je geeft het iedere keer door aan de persoon naast jou, maar niet voordat je het laatste restje schuim dat in het glas achterbleef met zelfzeker gebaar in een ander glas- dat alleen daarvoor bestemd is -kiepert.

Afwassen gebeurt met koud water. Het afwasproduct dat hierbij gebruikt wordt heet “Ayudin” en moet je helpen om borden, potten en bestek schoon te krijgen. Vandaar waarschijnlijk dat het een stevige groene vaste massa is die in een rond plastieken potje zit, elke keer voorzien van een donkergroen, dun, rond schuursponsje. Van verzachtende bestanddelen die ze bijvoorbeeld aan “onze” vloeibare Dreft toevoegen om de huid van je handen te sparen is uiteraard geen sprake.

De wc
Wanneer je op reis bent in verre vreemde landen kan het sanitaire aspect wel eens lelijk tegenvallen. Godzijdank beschikken we in de Avenida Lázaro Carrillo 113 over een wc zoals we thuis gewend zijn. Het enige verschil hier –en dat geldt waarschijnlijk in heel Peru- is dat je het wc-papier niet in de wc-pot mag gooien, maar in een daartoe bestemd vuilbakje. Echt plezierig is dat niet, maar eens je eraan gewend bent, valt daar goed mee te leven.
Op verplaatsing neem je best een aantal velletjes wc-papier mee, want alleen in uitzonderlijke gevallen is het ondergewaardeerde zachte witte papier op rol in de latrine aanwezig.

Water en elektriciteit
Hoera, er is stromend water! Hoera, er is elektriciteit! Mijn blijheid hierover komt u misschien overdreven voor, maar was het niet ook Joni Mitchell die met rechte en rede zong: “Don’t it always seem to go that you don’t know what you’ve got ‘till it’s gone”. Hier in Andahuaylas kan het gebeuren dat er op een bepaald moment gedurende de dag het water ophoudt met uit de kraan te stromen, gesteld dat die opengedraaid was. Hoelang de waterstop duurt weet je nooit op voorhand, maar gelukkig keert het water altijd wel weer. Anders is het ’s nachts. Hoe laat precies weet ik niet, maar op een bepaald uur wordt de Andahuaylaanse hoofdwaterkraan gewoonweg toegedraaid. Pas tegen de ochtend is het water telkens op miraculeuze wijze weergekeerd. Het is evenwel altijd opnieuw een beetje schrikken als je ’s morgens het kraantje van de lavabo opendraait en het water er met veel lawaai en druk uitspuit. Echt elke keer weer laat ik me domweg verrassen en moet ik een stap achterwaarts springen.
Ook de elektriciteit heeft z’n kuren. Soms gebeurt er dagenlang niets en werkt alles zoals het hoort, soms valt meer dan eens per week de stroom uit en moet je je wenden tot activiteiten die geen elektriciteit behoeven. De panne kan van korte of minder korte duur zijn. Enkele uren behoren tot de mogelijkheid.
Áls je het geluk hebt om over elektriciteit te beschikken en je de stekker van 1 of ander apparaat in het stopcontact steekt, zie je telkens felle vonkjes in velerlei kleuren oplichten en hoor je een subtiel plofgeluid. Maar afgezien daarvan werkt alles voorbeeldig.

Verlichting en huiselijke gezelligheid
Gesteld dat er elektriciteit is (en laat ik nu niet overdrijven, in 96% van de gevallen is die er ook) wordt elke ruimte van het huis hier verlicht door helwit TL-licht. Wat de reden ook moge zijn, de favoriete Peruaanse verlichting bestaat uit naakte TL-lampen. Geen gebloemd of stemmig gekleurd kapje, geen fantasietje, niks. Naakt, helwit licht. Sfeerlicht is hen vreemd. Evenals het hebben van een salon. Geen sofa, geen clubzetel, geen zitzak, geen salontafel. Van de eettafel naar het bed. Een tussenstap is er niet. En dus zoeken Bart en ik de gezelligheid op in onze kamer waar een comfortabel bed, de door Bart gemaakte bedtafel én de enige gloeilamp in huis ons verwelkomen.

Verkeer
Het centrum van Andahuaylas wordt overspoeld door mototaxis in felle kleuren die je voor 1 sol voor korte verplaatsingen kan gebruiken. De ene mototaxichauffeur spendeert duidelijk al wat meer aandacht aan zijn vehikel dan de andere. Zo zijn sommige mototaxis voorzien van spoilers, anderen zijn “uitgebouwd” met extra stukken voor- of achteraan. Gewone taxiwagens rijden er ook en zijn zonder uitzondering van het merk Toyota. Particuliere wagens zijn in de minderheid. Hoe al deze voertuigen een kruispunt passeren is mij nog steeds een raadsel. Wie heeft voorrang, wie stopt er? Ik zou het nog altijd niet weten. Degene die het luidst toetert? Degene die het snelst is? Degene die het zwaarst is? Wat ik echter wel met stellige zekerheid kan zeggen is dat je als voetganger nooit, maar dan ook nooit voorrang hebt. Zwakke weggebruiker? Dat wordt hier wel heel erg letterlijk genomen. Als voetganger sta je nergens, heb je niks af te dwingen en moet je gewoon elke keer geduldig wachten tot je kans ziet een straat over te steken. De mototaxis kunnen je rakelings passeren of je met snerpend toetergeluid de pas afsnijden. Alertheid is geboden als je je als voetganger op straat begeeft. Momenten van verslapte aandacht kunnen immers gevaarlijk zijn.

Hoe spreek je iemand aan?
De Spaanse versie van “mevrouw” of “meneer” heb ik hier eerlijk gezegd nog nooit horen uitspreken. Je hebt wel 2 andere mogelijkheden: 1. “mama” of “papa” of de respectievelijke diminutieven “mami(ta)” of “papi(t)o”. Dit wordt zowel tegen volwassenen als tegen kinderen gezegd. “Eet je appel, papi” wordt er bijvoorbeeld tegen een driejarig kleuterkind gezegd. 2. “amigo” of “amiga”. Wil je iets bestellen in een restaurant dan roep je niet “ober”, maar wel “amigo”. Zelf zie ik me zo’n aanspreektitel niet meteen gebruiken. Ik zou denken dat de repliek wel eens zou kunnen zijn: “Vriend? Ik kies mijn vrienden zelf wel!”
Nog anders is het wanneer je met kennissen of vriendinnen spreekt. Ook in dit geval heb je 2 mogelijkheden: 1. “gorda” of “gordita” 2. “flaca” of “flaquita”. Je bent ofwel dik ofwel dun. Iets ertussen bestaat niet. Wat bij ons volledig uitgesloten zou zijn, is hier geweldig goed ingeburgerd. Je neemt de telefoon op en groet met: “Hola, gorda”. “Hey hallo, dikke”. Zie je het bij ons al gebeuren? Het is een vorm van hartelijkheid die niet bepaald geapprecieerd zou worden.

Peruaanse vrouwen en hun jeans
Ongeacht of je “gorda” of “flaca” bent, je wringt je in een jeans die zo strak rond je billen spant dat je er nooit meer lijkt uit te geraken tenzij er een stevige schaar aan te pas zou komen. Ik vrees dat ik af en toe sommige van deze spannende exemplaren uit ongeloof wel eens durf na te staren. Ik probeer me dan voor de geest te halen hoe ze in godsnaam in die broek gewurmd zijn geraakt. Met een heel erg lange schoenlepel? Echt onvoorstelbaar hoe die benen in die broekspijpen zijn geraakt. En hoe sluit je uiteindelijk de rits die ongetwijfeld in beangstigend V-patroon blijft gapen ? Liggend op de grond, met volle macht? Het vlees volledig ingesnoerd. Als ze die broek ooit uitkrijgen zet het waarschijnlijk meteen 30% uit. Een aansluitend jeansmodelletje kan best elegant zijn, maar er zijn grenzen en die worden hier schaamteloos overschreden.


Ik kan nog een tijdje doorgaan over andere kwesties, zoals over de was die manueel gedaan wordt door Marta, over het feit dat wisselgeld een groot probleem is en je maar beter kan zorgen dat je steeds kleingeld ter beschikking hebt, over de wekelijkse “desfiles” op zondag waar kinderen in apenpakjes moeten paraderen, over het volume van de muziek die je op straat hoort en die altijd oorverdovend luid staat, over die ene krantenwinkel die Andahuaylas rijk is waar de krant “El Comercio” dikwijls een dag te laat uit Lima aankomt, enz. Maar laat ik het nu maar bij deze kleine impressie houden om de lezer niet al te zeer te overdonderen.

3 opmerkingen:

alexandra zei

Ik zie niet meteen Vlaams Blok, maar ja, the eye of the beholder enzo...
: )

Asella zei

Inderdaad! Dank u wel.

Il Dangeros Pedros zei

Kan je in het vervolg een waarschuwing plaatsten als je zo'n vortige beschrijvingen doet van de hygiënische toestanden te Andahuaylas. Mijn broodje smos kaas smaakte plots niet zo heel erg lekker meer.