vrijdag 7 december 2007

Stagestoom

Een kleine waarschuwing vooraf: sommige lezers zullen misschien een weinig ontzet zijn door de negatieve ondertoon van mijn schrijven deze keer. Ik wil echter vooraf opmerken dat ik niet 1 persoon die hierna vernoemd zal worden een kwaad hart toedraag. Zo, anders krijg ik daar toch maar commentaar op en dat wil ik even voor zijn. Dit gezegd zijnde:

Werken in een kleuterschool kan toch niet zo moeilijk zijn? Zeker in het geval van een kleine school zoals Kukuli is. Maximum 35 kleuterkinderen kunnen rond je lijf hangen, vragen om hun veters te knopen, klagen over een ander kleuterkind dat hen mogelijk geplaagd heeft of met een klein stemmetje verzoeken om hen te helpen bij een bepaalde opdracht. Bart wordt hierbij steevast aangesproken met “profesor Bart”, ik met “miss Asella”. Het leven in zo’n kleine school kan best aangenaam zijn. Je kan allerlei leuke activiteiten met de kleuterkinderen uitvoeren en je kan daarbij zelf ook heel goed het kleine kind uithangen. Dat laatste word je zelfs in dank afgenomen, helemaal anders dan in de grote boze wereld daarbuiten. Uiteraard zijn er ook de kleine etterbak-kleuterkinderen die zogauw ze kunnen met gevechtsspeelgoed het speelterrein onveilig maken en het niet nalaten een ander kleuterkind een venijnige por of een agressieve stamp te geven. Ja, zelfs in de kleine kleuterkindwereld gaat het er vaak oneerlijk en vijandig aan toe.

Maar eigenlijk zijn het niet de kleuterkinderen zelf die mij het meest tot spreekwoordelijk nagelbijten aanzetten. Nee, het zijn de 3 leerkrachten die eveneens de kleuterkindwereld bevolken die de verantwoordelijkheid dragen dat mijn ergernissen en frustraties geregeld ten top worden gedreven. Als ik heel eerlijk mag zijn vind ik eigenlijk niet 1 van hen geweldig geschikt om zich dagdagelijks te buigen over het educatief welzijn van de kleuterkinderen. Laat hen vooral zeer routineuze activiteiten uitvoeren met de kleuterkinderen, waar ze niet de minste voorbereiding aan moeten spenderen en laat hen geregeld lusteloos aan de kant onderling wat praten en dan komt het hen allemaal mooi uit. Maar sinds 22 oktober, de dag van ‘de grote verandering’ is dat verhaal afgelopen. Het werkboek met de dagelijkse werkblaadjes voor de kleuterkinderen wordt aan de kant geschoven, evenals de stoelen en banken. Er zal gespeeld, geëxperimenteerd en actief gehandeld worden! Er zal aanschouwelijk gewerkt worden! Activiteiten zullen zelf bedacht worden, materiaal zal voorbereid en aangemaakt worden! Er zal geobserveerd worden zodat de kleuterkinderen niet voor niets de weg naar interessante activiteiten tonen! Er zal een uurrooster gehanteerd worden om de activiteiten in goede banen te leiden! Er zal met ‘dagritmekaarten’ (zoals dat zo mooi heet in de kleuterbusiness) gewerkt worden om de kleuterkinderen bij te staan in hun beperkte notie van tijd! …

Dat was het plan. Zo zou het onderwijsprogramma in Kukuli er in ideale omstandigheden uitzien. Maar dat is helaas buiten de Peruaanse context gerekend. Of alleszins buiten deze 3 vermeende kleuterleerkrachten, waarvan er 1 nochtans een paar weken geleden nog met groot vertoon haar “graduación” behaalde.
Sinds de nieuwe aanpak wordt er elke vrijdag een ‘vergadering’ gehouden om de activiteiten van de volgende week voor te bereiden. Een beetje planning en organisatie in een kleuterschool is toch niet teveel gevraagd, zou je denken. Ik heb zo’n vaag vermoeden dat (kleuter)leerkrachten in Vlaanderen alles akelig overdreven goed geregeld hebben. Met agendaatjes, labeltjes hier, labeltjes daar, symbooltjes in velerlei kleurtjes, printjes in kaftjes met begeleidende etiketjes, materiaal in het juiste laatje van het juiste kastje,… Een organisatie die waarschijnlijk zijn diensten bewijst, maar waar ik de kriebels van krijg omdat het mij in geen honderd jaar zou lukken alles zo netjes en mooi op een rij te krijgen. Helaas begin ik hier in Kukuli inwendig te fulmineren omdat de 3 leerkrachten zich op het andere uiterste van het continuüm bevinden wat betreft organisatiekunde.
Op de wekelijkse vergadering komen ze minstens een halfuur te laat. Een uur en een half kan ook. Niet opdagen evengoed. Uiteraard hebben ze nog geen seconde nagedacht over activiteiten binnen het thema dat we voordien kort overeengekomen zijn. Zoiets is niet bepaald bevorderlijk voor de vlotheid van zo’n vergadering. “Hmm, wat zouden we kunnen doen?”, gevolgd door een lange stilte, wat gepruts. “Ah, ze kunnen een tekening maken van een bakker”. Gelijk welk thema, gelijk welke leeftijd de kleuterkinderen hebben, een tekening lijkt hen altijd wel wat. Geef hen een wit blad, enkele potloden en je hebt alweer een activiteit van twintig minuten tot een halfuur waar je als leerkracht geen bal voor hebt moeten doen. Veel inzicht in de nieuwe aanpak – hoewel die met veel uitleg en beeldmateriaal toegelicht werd, mét wekelijkse updates – schijnen ze niet te hebben. Originele ideeën, een creatieve inval moet je van hen niet al te vaak verwachten.
Na ongeveer 15 minuten vergadering zitten ze geheid te geeuwen. Nog een halfuur later duikt gegarandeerd het voorstel op om het deze keer voor gezien te houden. We hebben tenslotte al voor 2 dagen een programma. De rest kan altijd later nog.

Een beetje kleuterleerkracht heeft haar lesmateriaal tijdig klaar om de kleuterkinderen de kans te geven zich meteen in betrokken activiteit te storten. Zover vooruit zou zelfs ik denken. Laura, Karina en Jenny zien dat duidelijk anders. Een half uur voor aanvang van de geleide activiteiten moet er nog geknipt, gekopieerd, geprutst worden zodat er natuurlijk zelden of nooit op het voorziene aanvangsuur gestart kan worden.
De beginactiviteit bestaat uit een gezamenlijke zangstonde. Alle kleuterkinderen staan in een cirkel, buiten in de ochtendzon die deze tijd van het jaar de temperaturen behoorlijk kan doen oplopen zodat een weinig later de kleuterkinderen aangemaand worden hun cirkelformatie in de schaduw te vormen. De cirkel is een moment van begroeting, een liedje en een gesprekje op kleuterniveau over wat hen op dat moment bezighoudt of over het thema waarrond gewerkt wordt. Althans, zo hadden we dat afgesproken durf ik aan te nemen. Wat gebeurt er echter al te vaak in realiteit? Er wordt gegroet “buenos días, niños!”, gevolgd door “buenos días, profesora!”. Er wordt een liedje gezongen. Er wordt nog een liedje gezongen. En nog een. En nog een. En wanneer de zon nog een beetje hoger staat, worden er nog steeds liedjes gezongen. Over Jezus die iedereen graag ziet, over christenen die dansen, over een overwerkte man in de stad die zich in de “selva” gaat uitleven, … Het liedje over de kleuterkinderen als soldaten van God, als verdedigers van Gods evangelie met bijhorende gebaren doet mij telkens huiveren, maar de leerkrachten zien er geen graten in. Goed, na een liedje of 10, wordt er eindelijk overgegaan tot een andere orde van de dag en zijn we ondertussen meer dan 20 minuten verder. Op een vergadering vraag ik hen of ze niet merken dat zovele liedjes na mekaar zingen nefast is voor de kleuterkinderaandacht en effectief, Jenny vindt ook dat de kleuterkinderen zich na een tijdje beginnen te vervelen. We besluiten het de volgende week anders aan te pakken.
Ik vrees dat het weekend er teveel aan was en het kortetermijngeheugen van de leerkrachten jammerlijk heeft aangetast, want maandagmorgen…jawel, een liedje of 10…

Laura is een expert in het onderhouden van bevoorrechte relaties met enkele vijfjarige kleuterkindmeisjes uit haar klas. “Febbekes”, zoals we vroeger pleegden te zeggen. Zoiets probeer je hier niet eens te verbergen, open en bloot kan ook. De kleuterkindmeisjes hangen rond haar, klimmen op haar schoot, poseren met waarlijk “febbekesgezicht” voor de camera van haar GSM en krijgen steevast slijmerig vleiend commentaar op de rozige, kanten poppenjurkjes die ze op tuttige manier dragen. “Ai, mi amor! Mi princesa! Estás tan graciosa!” Ongelooflijk vervelende trutkleuterkinderen zijn het, ja, aan wie nog járen werk zal zijn om hen enig gevoel van autonomie bij te brengen. Laura helpt hen daar alvast niet bij. Een kleuterleerkracht zou nochtans beter mogen weten.

Maar dat is dus niet het geval. En zo wind ik mij dagelijks op over zovele dingen die ze niet doen, dingen die ze naar mijn mening verkeerd doen, dingen die ze niet zien, dingen waar ze zich geen vragen bij stellen. Bijvoorbeeld: “Schrijfdans” is een methode om op speelse en grootmotorische manier met figuren en lijnen te werken als voorbereiding op het schrijven van letters en woorden in een later stadium. 4 weken geleden ben ik begonnen met “Schrijfdans”. De kleuterkinderen schijnen het best wel fijn te vinden om een thema als de vulkaan of de robot uit te werken in bewegingen in de lucht en op papier. De moeder van Esteban, een vijfjarig kleuterkind is ook kleuterleerkracht en vroeg me honderduit over deze methode. Ze vroeg me ook de Dvd en Cd van “Schrijfdans” voor haar te kopiëren. De 3 leerkrachten van Kukuli zelf hebben me nog niet 1 vraag over de werkwijze “Schrijfdans” gesteld. Een kopie van een Cd en Dvd hebben ze wel al gevraagd…van K3…

Nee, als je het mij vraagt, ze hebben het gewoon niet in zich. Geen enkele uitleg die je geeft, geen enkel voorbeeld dat je hen toont zal hen op andere ideeën brengen. En geloof me, andere ideeën hebben ze meer dan broodnodig in hun gangbare kleuteronderwijs hier. Laura beweert met overtuiging dat kleuteronderwijzeres zijn haar roeping is. Ik zou haar God de kleine boodschap willen geven vooral een heel stuk harder te roepen. De kleuterkinderen zouden er alleen maar dankbaar voor zijn.

4 opmerkingen:

alexandra zei

vervelende trutkleuterkinderen, gaat dat ook zo omschreven worden in het eindrapport? Màg dat wel, zo'n anti-favoritisme? Moet jij niet alle kleuterkindjes, hoe barbierozig ook, met gelijke pedagogische aandacht behandelen? En was jij vroeger niet ook, een héél klein beetje, een febbeke? : ) Maar het blijft wel entertainen, die schoolpraktijkverhalen..

Il Dangeros Pedros zei

Kleuterkinderen. Zijn er dan ook kleuterdieren?

Asella zei

Uiteraard zal het eindrapport net een heel klein beetje verschillen van de weblogverhalen :-) En nogmaals uiteraard laat ik mijn afkeur niet openlijk blijken. Zelfs met de barbieroze kleuterkinderen speel ik kruiwagentje en zoveel meer. Maar je verborgen gevoelens een keertje kunnen uiten kan zo'n deugd doen :-) En ik zou niet weten van wie ik ooit het febbeke zou geweest zijn. Remind me...

En ja, kleuterdieren bestaan natuurlijk ook :-)

Liez zei

"Trutkleuterkinderen", zo'n uitdrukking kan natuurlijk alleen maar van u komen... ;-)

Aha! Asella is zelf nog een febbeke geweest in een ver verleden :-D Maar dan eentje met alleen kousebroekjes en zonder roze kleedjes? :-p